zaterdag 4 juli 2020

Een Japanse lakdoos op de Veluwe.


Waarom verkwanseld de Veluwe haar indentiteit?


De afgelopen tijd lever ik zo op mijn eigen manier bijdragen aan het behoud van een stukje cultuur geschiedenis van de Veluwe. En hou me bezig met het onderzoek en het beschrijven van de kampeergeschiedenis van de landgoed Leuvenhorst.
Vanaf de jaren 20 werd dit landgoed bij Hulshorst opengesteld door de eigenaars, de familie Jurriaanse. Ze boden de mogelijkheid om vrij te kamperen in een bos en zandverstuiving van 1200 ha. Dat was even iets anders dan kamperen bij de boer!
De afgelopen periode heb verscheidenen foto's uit het archief van de Jurriaanse's intensief bewerkt en gerestaureerd. Een tijdrovend werk waarbij ik probeer de oude sfeer van de oorspronkelijke foto's, die soms meer dan 100 jaar oud zo veel mogelijk te behouden. Want sommige hebben de tand des tijds niet zo goed doorstaan.
Het valt me bij het zien van deze foto's op dat er heel veel authentieke gebouwen uit het landschap zijn verdwenen. 
Maar niet alleen de gebouwen verdwenen. Ook wegen en paden. De inrichting en het gebruik van het rustieke landschap werd in de loop van de laatste 60 jaar ernstig mismaakt. Vervlakking en veronachtzaming van de pastorale sereniteit van de groene ambiance die natuur heet. 

Het eerste wat me opvalt is de betonrot die zich maar blijft uitspreidden over de Veluwe als een soort schimmel. Want voor mij blijft het altijd weer opnieuw een verschrikking te moeten ervaren hoe die blikkerende betonnen fietspaden de delicate sfeer van een in principe mooie bosweg totaal verminken. 
Wat was er nou eigelijk mis met die fietspaden van schelpengruis? Ecologisch gezien zijn ze waarschijnlijk veel hedendaagser binnen het idioom van duurzaamheid. En buiten dat, het is toch een visuele ramp om te zien dat een monumentale weg zoals de Hierderweg, Schapedrift of Poolseweg ineens ingebed zijn in grauw beton. Daarbij wordt ook nog eens de natuurlijke verhouding verstoord van wat oorspronkelijk een eeuwenoude zandweg was. 
Is de hedendaagse mens niet meer op zijn gemak zonder beton? 
Want nu hij zijn beton zo'n beetje over heel Nederland heeft uitgestort. Moet ook het kleine stukje natuur wat nog over is er aan geloven. Dit tot uiteindelijk de lage landen bestaat uit één groot verkeersplein. Met blijkbaar als enig doel om met een noodgang van terrasje naar terrasje te racen op de elektrische fiets. Onderwijl turen op het mobiel. Want we zijn bang te verdwalen.

Nog een aantasting voor de natuurlijke schoonheid is wat er heeft plaatsgevonden op Schovenhorst bij Putten. 
Oorspronkelijk was dit landgoed een arboretum en pineteum. Meneer J.T. Oudemans was daarvan de beheerder en was zelfs de eerste voorzitter van Natuurmonumenten.
Een landgoed waar ik in het verleden bij betrokken was. Niet als kampeerder, maar als kunstenaar. 
Daar moest ook alles anders, moderner en niet zo boers graag. Een grandioos masterplan werd gepresenteerd. Dat vond het bestuur van Schovenhorst zelf tenminste. 
Het beetje kunst en cultuur dat ze nog hadden ging de deur uit. En het platte entertainment van feesten en partijen werd welkom geheten. Het pretpark Schovenhorst werd het grote doel.
Eerst werd het Veluws juweeltje de; Hop Eest gesloopt. Een vriendelijke en rustiek gebouwtje langs de Garderenseweg. 
Er moet een design thee-paviljoen voor in de plaats komen. Gebouwd onder architectuur, jawel. De simpele boeren eenvoud moest rigoureus uitgegumd worden. 
Er verrees een Japanse lakdoos, zonder kraak nog smaak. Bedacht door een architect in Rotterdam. Want dat klinkt immers niet zo provinciaals. 
Nu staat er een waar gedrocht, totaal detonerend in het landschap. En qua vorm absoluut ongeïnspireerd. Bedacht door mensen die niets met de Veluwe hebben. En waarschijnlijk niet eens weten waar het ligt.  
Tot overmaat van ramp vertoond de binnenruimte van de lakdoos akoestisch gezien grote gelijkenis met een ondergrondse parkeergarage. De reflecties van de glad gepolijste wanden en vloer bezorgen knallende koppijn. 
Een muzikant in mijn gezelschap die werd voorgesteld om tijdens slecht weer in dit onderkomen een uitvoering te geven. Liep gillend weg!
Sommige mensen die onwetend voorbij komen fietsen denken dat het een crematorium is! Vooral als het buiten koud is en er binnen flink moet worden gestookt. En er zodoende een flinke rookpluim boven het gebouw hangt. Het zegt veel over de koude uitstraling van het gebouw

Daarna kwam de megalomane Bostoren of beter gezegd; offshore in het bos. Een 1 miljoen kostend gimmick-klimrek. Een intimiderende staalconstructie met een enorme klomp beton in de grond ( alweer beton ) om het hele geval te stabiliseren. Een plantenbak op 40 meter hoogte. Technisch best knap. De ingenieurs hebben zich in ieder geval goed kunnen uitleven. 
Maar het kost elk jaar minstens 20.000 euro aan onderhoud alleen!. Een bedrijfsmatige molensteen. Die nooit genoeg zal opbrengen. Het adviesbureau dat een glad rapport over de hyper optimistische bezoekers aantallen schreef, heeft er als enigste goed aan verdiend. De blinde ego's van het bestuur van Schovenhorst waren te groot om de falsificatie van het rapport te doorzien. In de psychologie noemen ze dat een attitude probleem.
Feit is dat het draagvlak voor de toren in de omgeving ook niet groot is. Om de haverklap is er wat mis met de toren. Alles wat los of vast zit is al een keer kapot gemaakt of gesloopt. Het stalen gevaarte met de uitstraling van een brandtoren schijnt in de omgeving niet echt gewaardeerd te worden. Om het maar modern te zeggen; er is geen respect voor de door Schovenhorst opgelegde rariteit. 
En dat is waarschijnlijk heel terecht.

Arm Schovenhorst. Van groene oase tot banaal partycentrum. Van idealisme naar hedonisme. Van beschaving naar verval.



dinsdag 17 december 2019

Admiraal van Kinsbergen Museum Elburg





Test opstelling van de licht en geluid sturing bij de expositie Admiraal van Kinsbergen in het Gemeente museum van Elburg.
De oude micro controller was niet meer te repareren. En heb toen een nieuwe ontworpen en gebouwd. Tja, en van het één komt het ander.
Waarom dan ook niet meteen alle verlichting verbeteren, wat kleurtjes voor de sfeer en nieuwe LED spots bouwen?
Een nieuwe soundtrack want de oude is wel een beetje saai. En het geluid kan ook wel beter. Ook maar wat mee doen dan!
En zo val je van de ene in de andere valkuil. Wat het laat je niet meer los. Je moet er wat mee hé. Dat noemen ze dan inspiratie. Ik noem het het bitterzoete noodlot.

vrijdag 20 november 2015

Zomer van de moord

Op een van die bloedhete dagen van de afgelopen zomer was ik door toeval in het Leidse Hout beland. 
Ik had mijn fiets bij het donkerbruine bakstenen transformator huisje gestald. En was door het metalen zigzag hekje het park ingewandeld.
Het was prachtig weer maar merkwaardiger wijs helemaal niet druk in het park. 
Misschien was het voor de meeste mensen onaantrekkelijk hier. En voelde ze meer voor een blikkerend en dampend strand dan voor een aangenaam koel en sereen park. 
Nou ja, niet erg, ik zou het Leidse Hout immers helemaal voor mij alleen hebben.
Langzaam liep ik langs het hoge hek van de herten wei. Waar de fiere damhert bok met zijn prachtige uitgegroeide gewei stond te pronken in het felle zonlicht. 
De hinden stonden in groepjes te dromen in de koele schaduw van het dichte bladerdak. 
Jonge kalfjes joegen met verbluffende snelheid tussen de restruimtes van de verstilde enclaves door. Ondertussen de meest grappigste sprongen en capriolen uithalend. 
Dit tot algemeen vermaak van mij en de paar mensen die op het terras van het theehuis zaten. 
Na deze voorstelling van pure levenslust te hebben genoten was ik met een wijde boog achterom het theehuis gelopen. Om vervolgens langs de vijver met de hoog klaterende fontein richting speelweide te gaan.
Een dunne nevel van mist pareltjes dreef over het water en het pad. Ik moest een moment huiveren van het plots verkoelende effect dat het op mijn huid had.
Nadat ik enige tijd op mijn gemak kuierend de lome sfeer had opgesnoven die werd gevormd door de zich traag voortbewegende mensen op het gras van de speelweide. En de totale verstomming van alle uiting van leven door de intense hitte. 
Voelde ik dat er een pijnlijk en ondefinieerbaar 'iets' zich onder de zool van mijn voet gedrongen had. 
Om me van het vervelende en langzamerhand pijnlijke wordende ongemak te ontdoen. 
- Want ik begon me strompelend voort te bewegen -. 
Besloot op één van de rustieke bruine houten bankjes aan de schaduwkant van de speelweide te gaan zitten. 
Om daar de ongewenste indringer te determineren en daarna onverbiddelijk te elimineren.

Ik koos voor het dichtstbijzijnde bankje waar een al wat oudere man op zat. 
Het was een man van rond de tachtig schatte ik, niet zo heel groot. Maar wel van een gewichtig postuur. 
Grijs dun haar, licht kalend een forse, scherpe neus. En gezien de die dag heersende temperatuur opvallend winters gekleed.
Ik groette hem vriendelijk. Maar hij negeerde mij volkomen en gaf geen blijk mij gehoord te hebben. Alsof hij in diepe gedachten verzonken was dacht ik. Want hij staarde in de verte naar een punt op het grasveld.
Snel verlegde ik mijn aandacht naar voor mij meer urgentere zaken vlak boven het maaiveld. En trok met enige moeite mijn schoen uit. 
Het bleek moeilijker dan gedacht de oorzaak van mijn ongemak te lokaliseren. En ik was al een enige tijd intensief en uiterst geconsenteerd bezig met mijn moeizame expeditie tussen de plooien van het textiel. Toen er plots naast me een heldere stem klonk.
"Weet u dat er op dit bankje een moordenaar heeft gezeten”!?
Ik was nogal verrast door deze onverwachte mededeling van de man die naast me zat. En voordat ik tijd had te reageren ging de man naast me verder. 
"Ja meneer, veertig jaar geleden is hier langs het fietspad tussen de Houtlaan en de speelweide een jonge vrouw vermoord, Doodgestoken! 
En haar moordenaar heeft hier, op dit bankje gezeten. Precies op de plek waar uw nu zit!" 
Ik keek de man waarschijnlijk nogal verbaast en met ongeloof aan.  
Want hij hij voegde er haastig aan toe: 
"Nee, ik verzin het niet meneer, want ik heb hem hier zelf gezien, twee dagen achtereen. 
En die jonge vrouw, die heb ik óók gezien".
Hij knikte een paar keer met zijn hoofd. En toen was het stil.
Het leek of hij aarzelde om verder te gaan met zijn verhaal. 
Misschien dacht hij, waarom zou ik een totale vreemde lastig vallen met mijn overpeinzing? Misschien dacht hij, waarom zou een gebeurtenis die al 40 jaar gelenden was voorgevallen iemand nu nog intresseren. En even leek het dat de man het hierbij zou laten. Maar na een gespannen rust die naar mijn gevoel minuten lang duurde begon de man de volgende monoloog te vertellen; 

"Raar eigelijk hè, elke keer als ik hier in het park kom dan denk ik er weer aan. En ik kan er niets aan doen. Terwijl het toch al weer zo lang gelden is". 
Zeker bij zo’n dag als nu. U moet weten dat het veertig jaar geleden net zo mooi weer was als vandaag. 
Het was toen ook zo'n extreem warm weekend in Augustus. Er heerste toen een ongewoon lange hittegolf die wel meer als twee weken duurde. Er kwam gewoon geen einde aan. Dat weet ik nog heel goed". 
"Die zaterdag middag had ik in de stad een krant gekocht. En ik had me voorgenomen die ergens op mijn gemakt te gaan lezen.
Ik was van plan niet langer dan noodzakelijk in de stad te blijven. 
In de binnenstad was het die dag drukkend warm en onprettig stil. Alles leek verlaten, de winkels waren leeg, de markt was inmiddels aan het opbreken bij gebrek aan klanten. De straten lagen er maar ongebruikt en uitgestorven bij. 
Volgens mij zat iedereen in Katwijk aan het strand. Of ergens anders, maar in ieder geval op een koele plek in de schaduw.  
Mijn plan was om ergens langs de singels of in het Plantsoen een plekje zoeken om te kunnen lezen. Maar dat was zo eenvoudig niet. Er waren veel meer mensen op hetzelfde idee gekomen als ik. 
Sommige plekken waren mij te druk, andere lagen in de volle zon.
Vandaar dat ik al dwalend op zoek naar de nodige koelte met mijn fiets buiten de singels geraakte. Om uiteindelijk bij het Leidse Hout te belanden.
Na mijn fiets te hebben gestald bij ingang ging ik op een van de bankjes bij de vijver zitten. 
Het koele water van de vijver zorgde daar voor een aangename temperatuur. 
Zo was het heel goed uit te houden. 
De felle zon werd door de bladeren boven mijn hoofd getemperd zodat ik prettig kon lezen. Een prima plek dus.
Loom dobberde een paar eenden in de vijver, de meeuwen vlogen traag en geluidloos in lage cirkels boven het water. En af en toe kwam er iemand met een hond voorbij. 
Sommige van die honden plonsde met een onbehouwen sprong in het water, klauterde weer op de kant en schudde zich uit in een stralen krans van water druppeltjes.  
Maar dát was dan ook de enige beroering in deze verder totaal verstilde zomernamiddag. 
Voor de rest was het doodstil en roerloos rondom de vijver. 
Alles, zowel mens als dier leek zich bij deze verschrikkelijke warmte koest te houden. 
Ik weet niet meer precies hoe lang ik in de krant heb zitten lezen.
Misschien wel een uur of langer. 
Maar op een bepaald moment raakte ik een beetje doezelig. De trage loomheid van deze zomer namiddag eiste nu ook bij mij haar tol. 
In ieder geval duurde het enige tijd voor ik me realiseerde dat de serene stilte werd doorbroken door een luidruchtig kabaal.
Ik keek verwonderd op van mijn krant. Waar kwam die herrie nou vandaan?
Schuin tegenover me aan de linkerkant van de vijver, ongeveer 70 meter bij mij vandaan zat een oudere man op een bankje. Hij zat er al toen ik aankwam. Het leek dat hij door de warmte en de rust was ingedommeld. Want hij zat in een voorover gebogen houding. Zijn hoofd zweefde zo'n beetje op borsthoogte.
Een klein bruin hondje met de riem vastgebonden aan het bankje zat keurig netjes naast hem.
Die man was het in ieder geval niet! 
Maar het kabaal nam verder toe en ik probeerde de richting waarvan het geluid kwam te duiden.
Toen zag ik ineens op het pad dat voorlangs het bankje van de man met het hondje liep. Een merkwaardig figuur uit de schaduw van de bomenrij opduiken. 
Hij kwam uit de richting van de boerderij die aan de Groene Maredijk ligt. Ik geloof dat daar tegenwoordig een soort yoga centrum is”. 
- Nou wist ik dat zelf niet, zo vaak kwam ik hier niet. Maar ik was inmiddels - om persoonlijke redenen -geïnteresseerd geraakt in zijn verhaal dat ik de man niet wilde onderbreken met een of andere verstorende opmerking van mijn kant -.  
De man vervolgde: "Die vreemde figuur liep vrij snel. 
Nou ja lopen, lopen was het eigelijk niet. Hij bewoog zich bijzonder merkwaardig, schoksgewijs. Moeilijk te beschrijven. Meer als een grote aap, een orang oetan.  
Hij was klein van stuk, met een sterk gedrongen gestalte. Zijn hoofd hing diep tussen zijn schouders. En voorzover ik het van die afstand kon zien. Was hij stevig gebouwd en behoorlijk potig.
Zijn hoekige figuur was ongeveer net zo lang als hij breed was. Bijna vierkant eigelijk.
Zijn gezicht was grof en hij had een grote bos met met van alles wat haar. Een beetje blond, een beetje rossig/rood, iets van bruin. Melkboerenhondenhaar zoals we vroeger wel zeiden.
Maar het was vooral die gang hè meneer, die was zo typisch.
Ik heb nog nooit iemand zo merkwaardig zien lopen. Dat zal ik echt nooit vergeten. Al wordt ik honderd jaar. 
Hij zwaaide voortdurend met zijn armen om zijn evenwicht te bewaren. En zijn hele lichaam bewoog mee in een soort waggelend cadans. Zijn motoriek was behoorlijk gestoord, zijn bewegingen duidelijk niet goed onder controle. En het verbaasde me eigelijk dat hij tijdens het lopen niet omviel.
Ondertussen stootte hij een spervuur van luide klanken uit. Die eigelijk zinnen zouden moeten zijn maar ik kon er niets van maken zo rauw en onsamenhangend kwam alles op mijn over.
Ik had het idee dat hij heel erg opgewonden was over iets. En die heftige emotie aan iemand kwijt wilde.
En die iemand was blijkbaar de man met dat bruine hondje. Want hij koerste daar regelrecht naartoe.
Het hondje dat naast de man zat begon direct nerveus te blaffen toen de merkwaardige figuur binnen bereik kwam. 
De man op het bankje schrok op van het tumult. Ik zag dat hij nog een poging deed om weg te komen maar hij werd letterlijk overlopen door die vreemde figuur. Die met veel bombarie zijn verhaal probeerde te vertellen en dit alles onderstreepte met heftige armgebaren.
Je kon duidelijk zien dat de man met het hondje zich geen raad wist met de situatie. Het leek wel of hij bevroren was zoals hij daar tegenover die vreemde figuur stond.
Ik kon me dat ook heel goed voorstellen dat hij geïntimideerd was door die figuur. Want er ging iets dreigends en onberekenbaars uit van zijn gedrag. 
Voor zover ik zien kon was die heftig gebarende man niet helemaal fris. Maar dronken was hij niet. Meer behoorlijk overspannen. Aan drugs of zo dacht ik niet daarvoor was het toen nog niet de tijd. Die kwam later.
Nee, eigelijk was mijn eerste indruk dat hij geestelijk zwaar gestoord was. 
En heel waarschijnlijk een patiënt van een psychiatrische kliniek, Dat kon immers best want Endegeest is hier vlak om de hoek.. 
Trouwens, als iemand niet helemaal 100 procent is kun je dat zien aan gedrag en motoriek, nietwaar meneer?"  
De man naast me keek me vragend en voor het eerst recht in mijn gezicht aan. Alsof hij een bevestiging wilde voor zijn observatie uit het verleden. 
Daarvoor had hij me tijdens het vertellen van zijn verhaal al die tijd niet aangekeken, alsof hij dat niet goed durfde. Alsof hij zich ergens voor schaamde. Ik zag nu dat grijze ogen had en een vrij gaaf en vriendelijk gezicht zonder rimpels. Misschien was hij toch wel jonger dan ik eerst had gedacht.
Waarschijnlijk voelde hij zich in zijn gelijk bevestigd door het uitblijven van een reactie van mijn kant. Want de man ging snel en bijna struikelend over zijn woorden verder. Alsof hij de verloren tijd wilde inhalen.
"Ondertussen bleef die vreemde kerel met grote wilde gebaren op de man met het hondje inpraten.
Het mannetje met het hondje draaide en schuifelde wat ongemakkelijk op het bankje. En zat constant te rommelen aan het riempje van zijn hondje. 
Totdat hij eindelijk kans zag het lijntje los te friemelen en verbazend snel opstond. 
Zijn rug naar de kerel toedraaide. En zich met zo'n hoge snelheid uit de voeten maakte, zodanig dat het bruine hondje het maar amper kon bijbenen. En zich tijdens de vlucht gedeeltelijk liet voortslepen over het pad. 
Dat was wel eigelijk wel erg komisch om te zien”, grijnsde de man.
"Heel even leek het of die vreemde kerel uit het veld was geslagen maar toen kreeg hij mij in het vizier. 
De schaduw van de bomen gaf mijn blijkbaar niet voldoende dekking. En onmiddellijk verlegde hij zijn koers in mijn richting. 
Hij kwam al schreeuwend en druk gebarend op mij toelopen. 
Maar daar zat ik natuurlijk helemaal niet op te wachten. Wat moest ik met die vreemde snuiter die duidelijk gestoord was aanvangen!? 
En omdat ik eigelijk toch al weg wilde, was dit een goed moment om mijn geplande vertrek te vervroegen. 
Ik dacht; wegwezen, met jouw wil ik niet in contact komen. 
Dus vouwde ik gauw mijn krant op en liep snel naar de uitgang van het park. Sprong op mijn fiets en reed over de Houtlaan richting huis”.

"Ik zou het voorval natuurlijk al jaren lang vergeten zijn wilde het toeval niet dat ik de dag daarop weer in het Leidse Hout terecht zou komen. vervolgde de man naast me.
"De volgende dag was het zondag en ik had met mijn broer om kwart voor tien afgesproken bij de klok die bij de kruising Gangetje, Hogewoerd,straat stond. 
Dat deed ik wel vaker als we samen naar de Hooglandsekerk gingen. 
Zo stond ik dus die ochtend een half uur lang in de richting van de Steenschuur te kijken, want daar moest hij vandaan komen. Maar hij kwam niet opdagen! 
Inmiddels was het al door tien uur. En nog steeds geen spoor van mijn broer. 
Helaas gebeurde dat wel vaker, iets van huishoudelijke aard met kleine kinderen of zoiets. 
Nou ja, ik besloot toen maar niet naar de kerk te gaan want de dienst was inmiddels toch al begonnen. En een dienst binnenbreken die begonnen was vond ik storend. En mijn broer zou nu toch niet meer komen.
Dus fietste ik even later op mijn gemak door de stille stad. Zoals de stilte van een stad alleen maar op zondagochtend kan zijn. 
En omdat het net zo'n stralende dag was als de dag daarvoor. Dacht ik; waarom ga ik niet weer naar het Leidse Hout? Het is prachtig weer en thuis denken ze toch dat ik naar de kerk ben. Ze verwachten me tenslotte pas over anderhalf uur terug. 
Trouwens, in de Hooglandse kun je dan wel over de schepping van God horen spreken. In de Leidse Hout kun je hem werkelijk in de vlees beleven!” 
Ik zag dat de man moest grinniken om zijn grapje.

"En zo liep ik die zondag ochtend op een voor mij heel ongebruikelijk tijdstip door het Leidse Hout. 
Het was zoals ik al had vermoed dood en doodstil. Er was echt helemaal niemand te bekennen.
Het theehuis was toen nog geheel dichtgetimmerd en in die jaren buiten gebruik. Dus daar was óók geen enkel leven te bespeuren.
Ik liep op mijn gemak de mij vertrouwde route. 
Het was nog niet zo warm als gisteren en in tegenstelling tot de dag daarvoor zongen er opvallend veel vogels. Het was werkelijk prachtig om te horen. 
Verder was alles verlaten en verstild.
Maar toen ik het pad dat loopt vanaf het hoge stenen bruggetje bij de boerderij uitkwam zag ik iets dat ik totaal niet had verwacht op dat vroege uur. 
Er lag iemand op het grasveld aan de overkant en die lag blijkbaar te zonnen. 
En het was een vrouw voorzover ik dat daar vandaan kon zien.
Nou, dat is een enthousiasteling dacht ik bij mezelf. Die ligt daar compleet te vernikkelen. 
Zo op dat gras dat nog helemaal vochtig is van de dauw. Lijkt me niet echt comfortabel. 
Kijk, daar lag ze!”. 
En de man wees schuin links in de richting van het grasveld voor ons. Zo'n 40 meter bij ons vandaan.
"Ze lag zo'n halve meter van het pad af. 
Tja, nu was ik natuurlijk wel erg nieuwsgierig wie er zo vroeg in de ochtend daar helemaal alleen op het grasveld lag. Dus besloot ik het pad tussen de twee velden richting dit bankje waar we nu zitten op te lopen en rechts af te slaan. Om zo langs haar heen te lopen. 
Er stond een bont geschilderde damesfiets naast haar in het gras, iets van geel of oranje denk ik. 
Dat soort zelf geschilderd fietsen zag je wel vaker onder de studentikoze types in de stad. 
Hoewel nu ik er over denk was ie in een felle kleur geel geschilderd, ja het was absoluut een geel geval.
Inmiddels was ik in de buurt gekomen van waar ze lag. Ik ging nog wat langzamer lopen.
En ja hoor, het was inderdaad een jonge vrouw die daar lag te zonnen. Zo van midden twintig schatte ik. Een studente leek me. 
Donkerblond halflang haar. En als ik het me nog goed herinner niet mager, vrij slank. En niet onaantrekkelijk.
Ze was een beetje alternatief gekleed. Een lange rok tot op haar enkels, een soort van blouse of was het een gebreide trui, dat weet ik niet helemaal meer. En met zo'n oosterse of Indiaas motief erop dat in die tijd in de mode was. 
Hoewel ik me daar toen niet zo in verdiepte kwam ze me een beetje alternatief over. Het waren immers de midden 70 tiger jaren. En de hippie cultuur ijlde nog na. Je zag toen veel van dat types in de stad rondlopen en nog meer figuren die daarop wilde lijken.
Ze lag met haar ogen gesloten en deed net of ze sliep. Maar ik zag dat ze tussen haar oogharen doorkeek.
Ze had me natuurlijk aan horen komen lopen over het pad. 
Ik zei niets en zij deed dat ook niet. Maar ze bleef me wel helemaal volgen met haar ogen, dat voelde ik. 
En toen ik zo langs haar liep vroeg ik me wel af. Wie gaat er nou zo vroeg in de ochtend op zo'n koud en nat grasveld liggen? 
Er is niemand te bekennen, het is hier werkelijk dood en dood eenzaam.
Zoekt zo iemand nou 'iets' op of wat? 
Nou ja, ik liep gewoon verder door. Om vervolgens met een boog langs de overkant van de weide terug te wandelen naar het pad. Dat in de richting van het stenen bruggetje liep waar ik zoeven was uitgekomen. 
Maar net toen ik dat pad links wilde inslaan. Zag ik dat er een kerel in de schaduw en verscholen tussen het groen op dit bankje zat.” 
De man sloeg krachtig met de vlakke hand op het bankje waarop we zaten: "Hier zat hij!
Nog schokkender was het toen ik hem herkende, want verdraaid, het was diezelfde gestoorde kerel van de dag daarvoor! 
Die luidruchtige vierkante vent die zo merkwaardig liep. 
Dezelfde die ik bij de vijver had gezien. Waar hij eerst de man met het hondje belaagde en daarna bij mij een poging waagde. 
Ik had hem onmiddellijk aan zijn postuur herkend, geen twijfel mogelijk dat was hem! 
En hij gedroeg zich weer net zo opgewonden als gisteren. 
En naar mij idee was heel erg geïnteresseerd in die jonge vrouw die op het grasveld lag te zonnen. 
Want hij liet over zijn interesse in haar absoluut geen misverstand ontstaan.
U moet weten dat tussen hem en de speelweide een forse laaghangende tak hing die min of meer dwars voor zijn zicht liep. Dus hij moest echt moeite doen om er onderdoor te kijken en moeite deed hij! 
Hij zat constant en rusteloos onder die tak door te loeren. 
Gefixeerd, en ik kan het niet anders beschrijven dan zoals een roofdier naar zijn prooi kijkt.”
De man naast me onderstreepte dat laatste door met zijn hoofd op en neer te bewegen. En tegelijkertijd met zijn lichaam zijwaarts bewegend van links naar rechts. 
En daarbij zijn blik voortdurend gericht op die imaginaire plek in het gras. Waar de jonge vrouw had gelegen. 
De beweging van mijn buurman op het bankje deed me sterk denken aan mijn rode kater. Die begerig loerde op een nonchalante wormen trekkend merel. Die in mijn achtertuin in het gras zat. 
En daarbij het rode roofdier dat zich nauwkeurig en koelbloedig aan het voorbereiden was op zijn moordende sprong, totaal veronachtzaamde. 
Een dodelijke sprong die onherroepelijk zou komen. Wist ik uit bittere ervaring.
De man ging verder: "ik vroeg me af; zat die knaap er al toen ik zoeven langs die vrouw liep. 
Had ik hem eerder over het hoofd gezien? Dat was best mogelijk. 
Ik had immers meer aandacht voor die aandachttrekkende figuur op het gras. 
En daarbij zat hij ook nog in de schaduw van die grote tak. 
Ik kreeg heel sterk de indruk dat hij haar aandacht wilde trekken. 
Maar had die vrouw op het gras hem ook opgemerkt? Ogenschijnlijk niet.
Die kerel zelf had mij trouwens helemaal niet opgemerkt. Zo erg was hij gebiologeerd door die vrouw. 
Tja, ik had wel zo mijn gedachten over de situatie, je voelde de spanning, het was helemaal niet pluis. 
Ik begreep eigelijk ook niet goed waarom die vrouw op het gras helemaal niet reageerde op zijn aanwezigheid. 
Uiteindelijk had ze mij aanwezigheid wel onmiddellijk opgemerkt.
Ze moest inmiddels toch ook wel iets gemerkt hebben? Er waren in de wijde omtrek op dat moment maar drie personen in het park. 
Of was hier een soort spel aan de gang. Waarvan ik toevallig getuige was. Want eigelijk maakte alles op mij de indruk dat hij haar kon. En zij hem.
Een paar minuten bleef ik staan. Deed net of ik iets interessants aan de ander kant van het grasveld zag. Op een of andere manier had ik een raar gevoel. Maar er gebeurde verder niets en ik was bang dat als ik langer zou blijven staat het zou gaan opvallen.
Dus uiteindelijk liep ik het pad op in de richting van de stenen brug richting mijn fiets bij de uitgang. 
Halverwege het pad heb ik nog een keer over mijn schouder gekeken. Ja hoor, die kerel zat nog steeds op het bankje en de vrouw lag nog op het gras.
Daarna ben ik verder gewandeld en vervolgens naar huis gegaan. 
Maar het hele geval bleef me de rest van de dag bezighouden. Ik kon het niet vergeten.
Het bleef maar knagen. Ik weet niet of het een soort raar voorgevoel was of zoiets. 
Ik denk dat Iedereen dat wel eens heeft meegemaakt. Is dat je maar niet loslaat.  
Ach dacht ik toen, misschien was alles alleen maar stom toeval. Dat ik die vreemde vent twee keer achtereen daar had gezien in het Leidse hout.
Aan de andere kant, was het wél een onwaarschijnlijk groot toeval geweest”

Maar de grote schok voor mij kwam echter de volgende dag.
Toen ik op mijn werk van een collega hoorde dat er afgelopen zondag iemand in het Leidse hout was vermoord.
Die collega was trainer bij de Bataven en was die zondag op de atletiek baan bij het Leidse hout geweest. Hij had het hele gebeuren uit de eerste hand gehoord. En de afwikkeling van de moord van dichtbij gezien. Er was die zondag avond veel politie op de been geweest en het gonsde in de buurt van de geruchten. Een paar jonge jongens hadden een hevig bloedende vrouw gevonden langs het fietspad. Die niet lang daarna overleed. Het slachtoffer was nog niet geïdentificeerd en de dader was onbekend wist hij te vertellen. 
"Ik zei; Is het soms een jonge vrouw die gekleed was al een hippie die daar vermoord is?
Ja, zei mijn collega verbaast. Hoe weet je dat!?
” Nou die vrouw en die moordenaar heb ik gezien, dat weet ik gewoon honderd procent zeker!” zei ik. 
"Ja hoor, hij heeft weer wat. reageerde hij. 
"Nee echt ik heb ze daar gezien! Ik verzin het niet.
En ik vertelde hem wat ik afgelopen zaterdag en zondag in het Leidse hout had gezien.
Hij luisterde met verbazing naar mijn verhaal en zijn reactie was: " Als je dat zo zeker weet dan moet je onmiddellijk naar de politie gaan!”
"Nou en dat was ik dan ook zeker van plan. 
Ik zou direct na mijn werk bij de politie aan de Zonneveld straat langs te gaan om mijn verhaal te vertellen. 
Ik had er absoluut geen enkele twijfel over. Voor mij was het allemaal zo helder als glas. 
Die vent die ik twee dagen achtereen in het Leidse Hout had gezien, wás de gezochte moordenaar. 
Zijn gedrag was zo verdacht en het toeval te groot. Het kon gewoon niet anders het klopte allemaal. 
Maar; Maar ik heb het toch niet gedaan. Ik ben niet naar de politie gegaan. 
In de loop van de dag ging ik mijn mogelijke getuigenis en de consequenties daarvan overdenken. 
Want, wát had ik nu eigelijk gezien? 
Een vrouw die op het grasveld lag. Een kerel die ik twee dagen achtereen in de park had gezien. 
Dat zelfde konden ze óók van mij zeggen!
En ik was ook bang - en waarschijnlijk terecht - voor vragen zoals: "Wat deed u zelf zo vroeg in het Leidse Hout?". Voor je het weet ben je dan zelf een verdachte. En daar had ik helemaal geen zin in.
Ja en nou die kerel deed wel vreemd en verward maar ja. Misschien was het gewoon een alcoholist en verder onschuldig. En zo had ik in de loop van de dag nog een heel rijtje aan tegen argumenten bij elkaar bedacht.
Nou ja u begrijpt wel, van een bezoek aan de politie is het daarna nooit meer gekomen. 
Maar het gebeuren liet me niet los. 
Sterker nog. In de dagen na de moord ben ik nog een paar avonden - want het bleef prachtig weer -  door het Leidse hout en de nabije omgeving gefietst. 
Met het idee in mijn achterhoofd; Als ik die rare figuur nu weer zie. Dan ga ik alsnog naar de politie en vertel ik wat ik toen dat weekend heb gezien. 
Maar ik heb hem in die dagen na de moord natuurlijk niet meer in het Leidse hout gezien. 
Ik heb hem trouwens nooit meer in het Leidse hout gezien.

Maar hierna was het nog niet afgelopen.
De man hield even in zuchte diep en vertrok zijn gezicht in een bijna pijnlijke grimas. Hij boorde blijkbaar een nare herinnering aan. 
Jaren later was ik een keer in de stad om een boodschap te doen en plots zag ik hem zomaar op straat lopen. 
Ik weet nog heel precies waar het was. Hij liep op de Havenbrug in de richting van Oude herengracht. 
Diezelfde merkwaardige gang als hij liep, dat vierkante postuur en dat van alles wat haar.
Er ging een enorme schok door me heen. Een soort van blikseminslag. En het werd me warm en koud tegelijkertijd.
Dit was absoluut diezelfde vent die ik in het Leidse Hout had gezien. In dat weekend van de moord. 
Ik stond als aan de grond genageld. Hij liep dus nog altijd rond in de omgeving van Leiden!
Het hele gebeuren van het geen dat ik had gezien rond de moord in de Leidse hout kwam weer naar boven. Ik was na die onverwachte ontmoeting hierna nog dagen van slag.
En helaas is het me dat daarna nog wel vaker overkomen. Want ik heb hem over de jaren heen nog  meerdere keren gezien in de stad. 
En steeds opnieuw ging het gepaard met dezelfde schok van herkenning. Want de sterke emotie bleef ik voelen. Het gevoel dat hij een moordenaar was.
Ik ben zelfs een keer heel dicht bij hem in de buurt geweest. Op een keer stond ik vlak naast hem bij een supermarkt aan de Langegracht. 
Ik ben een tijdje naast hem blijven staan. Geintreseerd starend in een vak met dingen die ik helemaal niet nodig had. Express heel dichtbij hem gaan staan. Ik dacht; misschien zegt hij wel iets dan kan ik horen of ik zijn stem herken. Maar hij zweeg en verdween weer voor een paar jaar uit beeld. 
Gelukkig maar misschien, want wat als ik zijn stem had herkend? Ik zou eigelijk niet hebben geweten wat ik zou moeten doen. Misschien zou ik me dan nog schuldiger zijn gaan voelen. Dat ik nooit wat had ondernomen en nooit gemeld had wat ik die zomer in het Leidse hout had gezien.
Die laatste ontmoeting is misschien nu al meer dan 20 jaar geleden. De laatste jaren heb ik hem niet meer gezien. Misschien leeft hij inmiddels wel niet meer.
Raar is dat eigelijk hé meneer!
Nog altijd denk ik heel zeker te weten dat hier op dit bankje de moordenaar van die jonge vrouw heeft gezeten. 
Altijd als ik hier kom dan denk ik eraan. Altijd. En zeker als ik langs deze plek loop. 
De moord is in al die jaren nooit opgelost. En is geleidelijk uit het bewustzijn van iedereen verdwenen lijkt het wel. Ik hoor er nooit meer iets over.
Ja, die moord van 1946 vlak na de oorlog op de directeur van de HCW hier vlak achter aan de Van Slingelandtlaan, die weet iedereen van mijn leeftijd nog wel te herinneren. Maar daar is uiteindelijk na jaren ook een bekentenis over gekomen van de moordenaar. 
Maar deze moord, ‘mijn moord’, is altijd een totaal mysterie gebleven. 
Soms denk ik weleens, ben ik toentertijd niet erg onverschillig geweest. En te laks, misschien zelfs laf.
Had ik de politie kunnen helpen bij het oplossen van een verschrikkelijke moord. 
Of, had ik zelfs door anders te handelen op dat moment een moord kunnen voorkomen!?
Ik denk dat ik het nooit zal weten. Als ik iets had ondernomen. Ik denk dat het daarvoor nu veel te laat is.
En weet u meneer. Ik weet niet eens of ik me daarover schuldig moet voelen. 
Kan ik me schuldig voelen"?
De man zweeg nu en staarde een hele poos naar het gras van de speelweide. Ik hield mijn adem in.
Toen stond hij langzaam op en bedankte me uitgebreid en hartelijk voor het fijne gesprek dat hij met me had gevoerd.
En liep vervolgens traag weg in de richting van de vijver.
Ik keek hem net zolang na totdat hij helemaal uit het zicht verdwenen was. 
Opgelost in de sterk wisselende schaduwen van de zacht wiegende takken en bladeren en schuivende zonneplekken. Die in duizendvoudige warreling op het pad geprojecteerd werden dat tussen de bomen doorliep.

Ik ben daarna nog heel lang op dat bankje in de schaduw blijven zitten. 
En keek in een soort trance naar de 'plek’ waar de jonge vrouw op het gras van de speelweide had gelegen. Er was een geest uit het verleden in mij tot leven gewekt.
Ja, ik herinnerde het me allemaal nog heel goed, 40 jaar geleden. Ik zat in het kinderzitje voorop bij mijn vader. Met de intense warmte van de zon en zeewind broeiend onder de huid van mijn gezicht. 
De vele Indrukken verwerkend van een lange warme dag vol felle kleuren, bruisende branding, zilte wind en zoemende geluiden aan de Wassenaarse Slag.
Die ene mooie dag in de nazomer, toen ik met mijn ouders terug kwam van het strand. En door het Leidse hout naar huis fietste.
Waar toen alle paden aan de kant van de speelweide en de vijver waren afgezet met lange rood/witte linten.
Parallel aan het fietspad stonden veel donkere auto's in de kant geparkeerd, waaronder een aantal wit/blauw gekleurde politie auto's.
In de bossages en struiken liepen mensen iets te zoeken. In gebukte houding zochten ze onder takken en afgevallen bladeren. Er stonden mensen in wijde waadbroeken en rubber laarzen met lange stokken en netten aan beide kanten van het fietspad te baggeren in de sloten. 
Er liep een politieagent met een strak aangelijnde Duitse herder langs de slootkant van het fietspad langzaam door het hoge gras.
En aan de randen van het park stonden veel mensen in groepjes opgewonden met elkaar te praten. Het waren serieuze gesprekken en ik zag dat het niet over het prachtige zomer weer ging.
Het was een surrealistisch gezicht. 
Ik vroeg nog aan mijn vader wat er toch aan de hand was, maar hij wist het niet.
En als kind vond ik het allemaal heel spannend en opwindend.
Maar het had tegelijk ook iets kouds en sinister. 
Wat ik toen miste aan analytisch vermogen om alles in een logisch context te plaatsen. Werd gecompenseerd door het haarfijn vermogen van een kind om sferen en stemmingen te peilen. En puur op gevoel daar vervolgens de juiste conclusie uit te trekken. 
Ik kon het niet beredeneren maar de sfeer van een mooie dag had voor mij plots een dreigende wending genomen.  
Het leek alsof de zon ineens was ondergegaan.
Er was in het park iets heel ergs gebeurd.

Later bleek dat de vader van de vermoorde jonge vrouw in het Leidse hout, een collega van mijn vader was geweest. Hij had met hem gewerkt bij de kettingfabriek op de Waard
Hij kwam hem ook wel eens tegen in de stad en soms spraken ze dan met elkaar. 
Zo ook kort na de moord op zijn dochter. 
Mijn vader vertelde dat het leek of alle energie uit de man was weggevloeid. Hij klonk vermoeid, oogde oud en mat. "Ach Henk," zei hij tegen mijn vader "je weet niet wat je overkomt als je zoiets meemaakt. Het is allemaal zo vreemd en onbegrijpelijk”.
Zijn dochter was meerdere keren met een scherp voorwerp gestoken. Het wapen was onvindbaar. 
Het motief en de dader onbekend. 
De moord was voor hem en zijn familie niet te verklaren. Het was een absoluut raadsel. 
Zijn dochter had af en toe wel moeilijkheden en psychische problemen, daarvoor werd ze ook behandeld. Ze was al een paar keer voor een korte periode opgenomen geweest in de Jelgersma kliniek in Oegstgeest. Dan knapte ze weer op en kon weer verder met haar leven en studie. 
Dat verhaal had hij mijn vader al eens eerder verteld.
Gelukkig ging het de laatste tijd vrij goed. En waren haar geestelijke ontsporingen en valkuilen redelijk onder controle. Ze studeerde aan de universiteit in Leiden en alles leek heel succesvol en voorspoedig te verlopen. 
En net nu het eigelijk veel beter met haar ging, was dit verschrikkelijk drama voorgevallen. 
Nee, het was voor hem heel bitter en onverteerbaar dat aan de zonnige toekomst van zijn dochter abrupt en gewelddadig een einde was gekomen. 
In zijn familie was een diep gat geslagen, een duister en onpeilbaar diep gat.

In de verte werd wat gelachen en ik hoorde gedempte muziek vanaf het terras van het theehuis.
Kinderen speelde met een bal en andere lagen te zonnen op de weide. De lucht straalde strakblauw en al het omringende groen was intens diep van kleur
Uiteindelijk ben ook ik opgestapt en langzaam naar huis gefietst. 
Terwijl mijn snel rondtollende gedachten tijdens die thuisrit maar niet wilde stoppen. 
Als een oneindig herhaling van een duistere film noir in schelle technicolor kleuren.
Ja, het was een prachtige dag geweest in het Leidse Hout, net als toen.

Kird Tobir






zaterdag 31 augustus 2013

De Paal van het Hulshorsterzand

Mensen met grootheidswaanzin richten gedenktekens op; priamides, mausoleums, triomfbogen.
Hieronder vallen óók obelisken. Het fallus symbool bij uitstek voor de kleine man met een groot ego.
Op een maagdelijk zandvlakte op de Veluwe staat ook zo'n fallus, een betonen paal, of zeg maar gewoon een kleine grijze lul. Want het is niet eens zo'n indrukwekkend ding qua grootte, maar irritant storend is het wel!  
Toen ik het voor eerst zag dacht ik dat het ding symbool stond voor de verkrachting van de zandverstuiving van Hulshorst. 
Als een uitdagend opgestoken middelvinger midden in haar onbeschermde witte sereniteit.
Helaas heeft het Hulshorsterzand de afgelopen periode heel wat rampzalige veranderingen moeten doorstaan. 
De recentste aanval op de eerbaarheid van het gebied is het overbodige Ecoduct over de A28. Door de aanleg hiervan is een gedeelte van het gebied afgesloten. Daardoor is er alweer een kostbaar stuk natuur door Natuurmonumenten ontoegankelijk gemaakt.
Daarvoor was al de Hierderweg/Schapendrift ernstig verminkt geraakt door de aanleg van een betonnen racebaan dat ook wel fietspad wordt genoemd. Van het rustieke aanzicht van een karakteristieke bosweg met een zand en schelpenpad is weinig meer over. 
Dát unieke monumentale karakter is bij Natuurmonumenten blijkbaar niet beschermd!
Vervolgens werd de zandverstuiving vijf jaar geleden omgeploegd en gesteriliseerd. Waarbij alle latente groeikiemen grondig werden vernietigd om te voorkomen dat deze niet meer zouden kunnen ontkiemen. Het zand van de verstuiving moest weer gaan stuiven en niet begroeien.
Door toepassing van deze "verschroeide aarde" techniek zijn voor mij vele persoonlijke herinneringen en plekken in het landschap voor altijd weggevaagd. 
Het miljoenen project is gelukkig niet helemaal in haar opzet geslaagd. Want het gras staat weer hoog en blond te wuiven en ik zie de jonge dennen boompjes weer opschieten.
Maar waar kan ik een claim indienen voor de aan mij toegebrachte emotionele schade voor mijn geroofde herinneringen!?
Bij nadere inspectie van de grijze paal op het zand bleek mijn eerdere gedachte geheel onjuist. 
Het fallus symbool is niet neergezet als herdenking aan de zware en onnodige verminking van een onschuldige landschap. Maar als onbeschaamde borstklopperij omdat er tussen de 'natuur' organisaties zo goed is samen gewerkt om een adembenemend mooi landschap moedwillig en grondig te slopen.
Een paar ambtenaren met een veel te groot ego en leidend aan beroepsdeformatie hebben een verschrikkelijk lelijke paal van staal en cement in elkaar laten knutselen. En het geheel vervolgens uit een vrachtwagen op het zand gedonderd.
Je moet toch wel heel veel territorium drift hebben om to zoiets in staat te zijn. 
Net als die graffiti spuiters die hun smerige 'tags' achterlaten, 
Of net als een straathond die tegen elke lantarenpaal aanplast.
Deze 'schandpaal' kan de wandelaar en natuurliefhebber geen zier schelen en totaal niet boeien. Maar we zitten dus wel opgescheept met een grijze p.. die de horizon van het Hulshorsterzand grondig vervuild en verpest.
Dit rare gedrocht hoort helemaal niet thuis in een natuurgebied en moet zo snel mogelijk verdwijnen.

Asjeblieft, ik smeek uw. 
Verlos ons van de Paal van het Hulshorsterzand!
Ik besef dat dit niet zomaar zal gebeuren en we zullen de natuur hierbij een handje moeten helpen. Want de kans dat het onding onderstuift met zand of door de bliksem wordt getroffen lijkt niet erg groot.
Hierbij doe ik een oproep aan alle professionele en amateur vandalen van Nederland om op 31 September 2015 met doorslijpschijven, pijpbommen, snijbranders, koningswater en voorhamers te verzamelen bij de kruising Hierderweg/Poolseweg. 
Om van daaruit in gezamenlijk eensgezindheid het magistrale zand op te marcheren en vervolgens het lelijke monstrum aldaar met de grond gelijk te maken.
Om zo de kostbare eerbaarheid van het wildt en bijster land en het Hulshorsterzand in het bijzonder te herwinnen. 
En zo ons esthetisch geweten te verschonen.



De Paal van Hulshorst

dinsdag 27 augustus 2013

Drie vierkante meter schilderij voor zeven euro

Afgelopen weekend was dan uiteindelijk de finale van het project "De bomen van Schovenhorst" en heb ik de schildering opgehangen en uitgelijnd.Een spannend moment wat ik had geen idee hoe het geheel zou overkomen als samengesteld werk. Je maakt je natuurlijk wel een voorstelling, maar je weet nooit naar welke richting de balans uitslaat.Ik denk dat ik voor 80 procent geslaagd ben in wat ik wilde bereiken.
Vooral het ruimtelijke effect tussen het schilderij en de omgeving pakt goed uit. Van een afstand en tussen de bomen door kijkend vanaf de hoofdroute door Schovenhorst toont het een interessante structuur en kleur schakering.
Het licht is natuurlijk van grote invloed. Direct zonlicht maakt het vlak en saai. Met diffuus licht en in de voorschemer is alles het mooist.
Eigelijk is gedurende de dag een steeds wisselend beeld van de schildering te zien. En dat maakt het geheel een stuk minder statisch en veel veranderlijker dan schilderwerken in een gesloten ruimte met kunstmatig of gefilterd licht.

Even wat statistische feiten:
Ik heb ongeveer 5 liter acrylverf gebruikt, 100 m2 folie en steundoek en 200 meter tape. En 11 boomstammen van 4 meter lang ( beschikbaar gesteld uit het bosmagazijn van Schovenhorst)
De totale kosten aan materiaal zijn 150 euro.
Hiermee heb ik bewezen dat het mogelijk om voor een klein bedrag en met andere materialen en nieuwe materiaal toepassingen een schilderij van 40 m2 te maken.
Het aantal werkuren komt op 200.

Bovenstaande is natuurlijk óók een uitnodiging en aanbieding voor de Kunsthal. wat die hebben een paar legen plekken te vullen. Voor de prijs hoeven ze het niet te laten. Alleen hoop ik wel dat ze mijn werkuren zullen honoreren. Want dit Schovenhorst project was geheel voor eigen kosten qua inzet, vermogen en arbeid.

De volgende verklarende tekst heb ik bij de schildering geplaatst:

Boomschors is gestolde beweging.
Een groeiproces dat zich uitstrekkend over tientallen jaren tot in het onzichtbare vertraagd.

Met mijn schilderingen wil ik die beweging zichtbaar maken. Want eigelijk is de structuur van een boom heel dynamisch en uitermate divers.
Het is als een landschap op micro niveau dat vervormd en veranderd door de inwerking van de tijd.
Op Schovenhorst staan vele soorten bomen. En elke boom heeft zijn "eigen" structuur en patroon. En elk patroon verteld een beeldverhaal.

De volgende bomen zitten in de schildering verwerkt: Japanse Ceder, Douglas, Cypres, Reuze Zilverspar, Mammoetboom en Nordman.

Bij dit experiment schilder ik met acrylverf op een kunststof folie van 200mu dik dat om de boom wordt gespannen. De kunst is om het geheel zo transparant mogelijk te houden, dus laag in laag mengen als de verf nog nat is. Snel werken is vereist, soms is de verf al binnen vijf minuten droog.
Het schilderwerk is uitgevoerd volgens de rotoacryl methode. De toeschouwer ziet niet het eigelijke schilderoppervlak maar kijkt door de transparante folie heen naar de achterkant.
De laag waar feitelijk op is geschilderd is nu dus de achterkant van het doek geworden.  





vrijdag 23 augustus 2013

Strijd met grind en dekzeil

Vandaag heb ik de schildering op het steundoek gezet.In dit geval is het een stuk dekzeil dat ik heb versneden naar de omvang van de schildering.Tot mijn verbazing bleken de maten op de verpakking niet te kloppen. Dit had tot resultaat dat ik een extra strook moest aanzetten. Zo'n tegenvaller kost bijna een dag werk! 
Het is toch wel even schrikken als je de volle omvang van het geheel in ogenschouw neemt.
Maar je kan alleen jezelf de schuld geven van je ambitie.
Stug doorwerken is de enige remedie daartegen 

Tja en dan was mijn werkvloer ook niet bepaald ideaal. Heel rustiek en landelijk was het wel. Maar gedeeltelijk werken op gras en sierbestrating dat ook nog bol staat is een moeilijke puzzel. Maar dan was er ook nog GRINT. O! wat heb ik toch een hekel aan grint.
Hoe het gebeurd is me een raadsel maar om de haverklap kruipt het onder het doek, zit het in je schoen of zit het vast aan de duct-tape. Zelfs als je de rol tape even naast je hebt neergelegen zit er een soort stralenkrans van grint aangekleefd. 
Schijnheilige rommel. Als je een keer een knieval hebt gemaakt op dat spul dat voel je wat ik bedoel.
Met veel schuiven en trekken heb ik het geheel nog een beetje recht kunnen monteren. Maar ik ben blij dat ik geen 25 meter heb geschilderd, dat was het onmogelijk geworden.

Het kunstwerk is klaar. 
Nu rest enkel nog het ophangen in het bos van Schovenhorst.




het draagdoek


toegevoegde kleur


veel tape